Waarom geven?

 

Een vast onderdeel van onze samenkomsten is het geefmoment. Misschien denk je daarbij aan een collecte voor een goed doel of lijkt het of we geld nodig hebben. Toch zit er veel meer achter. Wij geloven dat geven niet voor de kerk of voor God is, maar dat je het ten diepste voor jezelf doet. Dan denk je misschien: ‘Hoe kan het voor mij zijn, als ik geld weggeef?’ We willen graag ingaan op de belangrijkste vragen rond geven:

1. Wat is geven (door geloof)?
2. Waarom geven wij en hoeveel?
3. Moét ik geven?
4. Waar wordt het geld voor gebruikt?
5. Wat levert het mij op? 

1. Wat is geven (door geloof)?
Geven voor je eigen bestwil, noemen we ook wel ‘geven met geloof’. Normaal gesproken is het zo dat als je iets geeft, je het gewoon kwijt bent. Bij God werkt dat anders. In de Bijbel lezen we dat geven je méér oplevert dan het je kost. 

Dat komt omdat bij ‘geven met of geven in geloof’ het principe van ‘zaaien en oogsten’ in werking treedt. Als je een zaadje plant, ben je dat zaadje kwijt maar komt er een oogst die veel groter is dan dat zaadje. Je raakt dus iets kwijt om er meer voor terug te krijgen. Als je dit principe begrijpt en dan geld als zaad ziet, dan wordt geven een stuk leuker.

Bedenk dit als je iets wil geven: iemand die zuinig zaait, zal ook weinig oogsten. En iemand die veel zaait, zal ook veel oogsten. Iedereen moet zelf besluiten hoeveel hij wil geven. En laat hij dat dan van harte geven, zonder tegenzin of dwang. God houdt van mensen die met een blij hart geven.. (2 Korintiërs 9:6-7)

Let op: dit werkt alleen als jij dit principe gelooft en als jij bij het geven vreugde in je hart voelt. Als jij je verplicht voelt om te geven, doe het dan beter niet. 

2. Waarom geven wij en hoeveel?
Behalve dat geven een oogst oplevert in je leven, geloven wij ook dat geven je onafhankelijk kan maken van veranderende omstandigheden. Normaal gesproken zijn we allemaal afhankelijk van onze economie, onze persoonlijke mogelijkheden, andere mensen, geluk, etc. Zoals we weten, zijn die dingen allemaal veranderlijk en kan het ons een leven vol zorgen of onzekerheden opleveren. 

Omdat God van ons houdt en ons rust en bescherming in die onzekerheid wil geven, heeft Hij ons een manier waardoor we onszelf en ons bezit verbinden aan Hem en Zijn zegen, in plaats van aan aardse systemen en vanzelfsprekendheden. Gods economie levert stabiliteit en zekerheid op.  

Een sleutel in de hemelse economie is het geven van tienden: het geven van tien procent van al je inkomsten. Volgens de Bijbel vertegenwoordigt die tien procent al je inkomsten (100%). Door een tiende van je bezit in Gods hand te leggen, zeg je daarmee: Alles is van U, God en in dat geloof is alles ook gezegend. Vandaar dat veel mensen in onze gemeente ‘tienden geven’.

Volgens de Bijbel is Abraham hierin ons voorbeeld: 

Ook Melchizédek, de koning van Salem, kwam Abram tegemoet. Hij gaf hem brood en wijn. Melchizédek was een priester van de Allerhoogste God. Hij zegende Abram en zei: "Ik zegen je met de zegen van de Allerhoogste God, de Eigenaar van de hemel en de aarde. En ik dank de Allerhoogste God, die ervoor zorgde dat je al je vijanden hebt overwonnen." Toen gaf Abram aan Melchizédek een tiende deel van de hele buit. (Genesis 14:18-20)

De naam Melchizedek, betekent: ‘Koning van gerechtigheid’. We weten dat dit om Jezus gaat. Dat Hij hier zo wordt genoemd, heeft te maken met de specifieke taak die Hij heeft: (hoge)priester. Een ‘priester van God’ heeft als taak om jouw leven met de hemel te verbinden. Abraham (h)erkent Jezus en kent dit principe en daarom geeft hij deze Melchizedek zijn tienden. En dat heeft goede gevolgen:

Hierna zei de Heer tegen Abram: "Wees niet bang, Abram. Ik ben jouw schild [ dat jou beschermt ]. Ik ben Zelf jouw grote beloning." (Genesis 15:1)

Als je je tienden aan Jezus geeft en Hem daarmee als Koning over je financiën erkent, neem je in feite plaats achter een beschermend schild dat Hij heeft klaargezet om heel je bezit te beveiligen, zodat je je geen zorgen meer hoeft te maken.

Daarom zei Jezus: Vraag je dus niet bezorgd af: “Wat zullen we eten?” of: “Wat zullen we drinken?” of: “Waarmee zullen we ons kleden?” dat zijn allemaal dingen die de heidenen najagen. Jullie hemelse Vader weet wel dat jullie dat alles nodig hebben. Zoek liever eerst het koninkrijk van God en zijn gerechtigheid, dan zullen al die andere dingen je erbij gegeven worden. (Mattheüs 6:31-33)

Door het geven van tienden verbind je je met het Koninkrijk van God. Daarmee is de voorziening van dit Koninkrijk voor jou beschikbaar. 

3. Moét ik geven?
Of je geeft en hoeveel je geeft, is heel persoonlijk en moet je uiteindelijk laten bepalen door waar jij zelf blij van wordt in jouw hart. Het is niet zo dat God ons geld nodig heeft, dus geven is nooit een eis van God. God is een God van vrijheid. Als iemand jou dwingt of onder druk zet, dan zou je kunnen zeggen dat het niet van God is. Angst is ook geen goede reden om te geven.  

Als je blij bent in je hart over één van bovenstaande principes, dan kun je kiezen om te geven. Als je er niet zeker over bent aan wie of hoeveel je wilt geven, vraagt (bidt) God of Hij je duidelijkheid wilt geven. Blijdschap is op dit gebied de ‘taal’ waarmee God tot je hart spreekt. 

We geven aan de kerk waar we deel van uitmaken. Dat doen we omdat de Bijbel uitlegt dat God Jezus als hoofd heeft aangesteld voor de kerk en dat de kerk Zijn lichaam is: 

Hij heeft alles aan zijn voeten gelegd en hem als hoofd over alles aangesteld, voor de kerk, die zijn lichaam is… (Efeziërs 1:22-23a) 

Wil je je tienden dus in Jezus’ handen geven, dan moet je bij Zijn lichaam zijn. We moedigen je aan om je tienden te geven aan de kerk waarbij jij je thuis voelt omdat je gelooft dat God jou daar heeft gebracht.

Het zou goed kunnen dat jij het principe van tienden nog verder wilt overdenken of onderzoeken. Lees dan in de Bijbel Genesis 14 & 15, en Hebreeën 7. 

4. Waar wordt het geld voor gebruikt?
Om te beginnen geloven wij dat Jezus leeft. En Jezus heeft plannen met deze aarde. Die plannen wil Hij door de kerk, door Zijn lichaam, uitvoeren en gestalte geven. 

Bovendien worden in het ene geval tienden ontvangen door sterfelijke mensen, in het andere door iemand van wie wordt getuigd dat hij leeft. (Hebreeën 7:9)

Ondanks dat we in ons hart aan Jezus Zelf geven, komt het geld praktisch gezien wel in mensenhanden terecht. De Bijbel geeft allerlei instructies waarmee de gemeente zich bezig moet houden. We proberen te doen wat Jezus belangrijk vindt en hiervoor worden de tienden gebruikt. Ons eerste opdracht is het goede nieuws verspreiden. Als kerk zaaien we opnieuw een tiende deel van wat er bij ons binnenkomt in het Koninkrijk van God. Het is een groot voorrecht om dit principe van geven, met Jezus als onze Priester, ook vandaag als kerk toe te passen.

Hij getuigt immers: U bent Priester in eeuwigheid, naar de ordening van Melchizedek. (Hebreeën 7:17)

Die ordening (of volgorde) is:

  • Wij ontvangen brood en wijn;

  • In reactie daarop geven wij;

  • Als gevolg daarvan is God ons schild en de bron van onze voorziening.

5. Wat levert het mij op?
Het geven van tienden doet allereerst iets met je hart. Doordat je ontdekt en gelooft hoe bijzonder Gods voorziening is, wordt je hart blij. Uit verschillende onderzoeken blijkt dat je van geven blij wordt. Bovendien breng je je bezit door het geven van tienden onder Gods bescherming. Je gaat merken dat Hij bovennatuurlijk voor je zorgt en dat je ook bij moeilijke omstandigheden altijd genoeg hebt om van te leven. Verder zul je ontdekken dat Hij je in staat stelt om méér te geven, om mensen tot zegen te zijn en te helpen en om financieel mee te bouwen aan Zijn Koninkrijk!